Dans.
Rood licht, paars licht, stroboscoop. Een lichtstraal van goud.
Alles in beweging in het ritme van het hart, dat zo lekker pompt.
Ik draai rondjes. En jij ook. Ik zie de jouwe. Ik houd daar zo van.
Hypnotiserend vrouw beest. Zij zwiert, en ik ben verlost.
Het podium is afgeladen vol. Er is nauwelijks ruimte.
Mijn wijsvinger tekent een spiraal in het ritme van een refrein.
Met mijn jas nog aan. Precies als hij. Die acteur en zijn dans. Die ging van cool en traag.
Zou ik hem een beetje hebben ? Zo, met half geloken ogen ?
Ze is van mij, jubelt mijn mannen hart.
Nog meer rondjes. Lekker, hangend, er tegen aan.
Een koord danser met lome bochten.
Een koord danser met lome bochten.
Ik lach en bewonder jou.
De houten vloer veert mee. Gaar en ruw gesleten.
In dit sprookjes land voor grote mensen. De wereld zwiert in het rond.
Een discobol van goud.
Jouw schouders schudden nee, terwijl je naar me lacht.
Jouw mond op de mijne. Onze tongen glijden in ons speeksel van plezier. Ik drink het.
Ik drink al je vocht.
Ik drink al je vocht.
Het zweet van je lichaam. Geil. Room en chocolade.
Ik proef het.
Je licht en je lichaamssap.
Een ritme gaat los. Als uitgebroken kralen van een kralen ketting valt het.
Ik jongleer met de accenten, en kom zo achter je.
Warme room.
Zie onze schouders bewegen in een gelijke choreografie.
We bewegen nee, terwijl we ja bedoelen.
Roes van drank en het pulserende geluid. Zo wordt dit leven door ons gevierd.
Wij draaien in rondjes. De hele nacht.
Lang leven deze zaligheid.
dec 2011
Edwin de Herder.