dinsdag 20 december 2011

Dans.



Dans.
Rood licht, paars licht, stroboscoop. Een lichtstraal van goud.
Alles in beweging in het ritme van het hart, dat zo lekker pompt.
Ik draai rondjes. En jij ook. Ik zie de jouwe. Ik houd daar zo van.
Hypnotiserend vrouw beest. Zij zwiert, en ik ben verlost.
Het podium is afgeladen vol. Er is nauwelijks ruimte.
Mijn wijsvinger tekent een spiraal in het ritme van een refrein.
Met mijn jas nog aan. Precies als hij. Die acteur en zijn dans. Die ging van cool en traag.
Zou ik hem een beetje hebben ? Zo, met half geloken ogen ?
Ze is van mij, jubelt mijn mannen hart.
Nog meer rondjes. Lekker, hangend, er tegen aan.
Een koord danser met lome bochten.
Ik lach en bewonder jou.
De houten vloer veert mee. Gaar en ruw gesleten.
In dit sprookjes land voor grote mensen. De wereld zwiert in het rond.
Een discobol van goud.
Jouw schouders schudden nee, terwijl je naar me lacht.
Jouw mond op de mijne. Onze tongen glijden in ons speeksel van plezier. Ik drink het.
Ik drink al je vocht.
Het zweet van je lichaam. Geil. Room en chocolade.
Ik proef het.
Je licht en je lichaamssap.
Een ritme gaat los. Als uitgebroken kralen van een kralen ketting valt het.
Ik jongleer met de accenten, en kom zo achter je.
Warme room.
Zie onze schouders bewegen in een gelijke choreografie.
We bewegen nee, terwijl we ja bedoelen.
Roes van drank en het pulserende geluid. Zo wordt dit leven door ons gevierd.
Wij draaien in rondjes. De hele nacht.
Lang leven deze zaligheid.

dec 2011
Edwin de Herder.

maandag 19 december 2011

Bella.


Bella.

Met gouden haren blauw groene ogen
danst ze haar zwanenmeer.
Hoog op de tenen en op eigen wijze
draait ze in het rond.
Onverzadigbare honger, naar alles, alles wat komt.

Bella betekent mooi, in het Italiaans.
Haar moeder zegt dat het niet anders kon,
dan dat Bella, Bella is.

Rijden op een paard is spannend en fijn,
Dansen doe je met je hele lijf net als klimmen in een boom
Ze houdt van mooie kleren. Mooie kleren staan haar goed.
Goed gekleed met zorg gekozen, rijdt ze ’s morgens vroeg naar school.

Bella betekent mooi, in het Italiaans.
Haar moeder zegt dat het niet anders kon,
dan dat Bella, Bella is.

Op school is het fijn, rekenen en schrijven spelen maar ook ruzie maken.
Ruzie met verdriet en soms een bokken pruik.
Een dag met een traan, een dag naar de maan, of ergens achter de verre sterren,
Huilt de dag, in de nacht, tot de zon weer opkomt.

’s Avonds voor het slapen gaan , het laatste praatje.
Mamma kamt nog één keer je haar en zet alles wat scheef is voorzichtig op een rij,
Dan een kus en nog één,en nog één, nu dan echt de laatste…
Van kussen van haar moeder krijgt ze nooit genoeg.

Bella houdt van zingen en is het liefst al 11 jaar.
Maar ze houdt ook nog van die kleine dingen.
Zoals spelen in het zand en bergjes beklimmen.
Met Bella kun je praten want ze denkt over alles na.

Bella betekent mooi, in het Italiaans.
Haar moeder zegt dat het niet anders kon,
dan dat Bella, Bella is.

Edwin de Herder.
dec 2010

Storm.


Baruch Storm mijn superheld.
(samen met zijn hond)



Je verteld ons verhalen,
waar geen touw aan vast te knopen is.
Vrolijk struikelende woorden ,
er lijkt geen einde aan te komen.
Over schatten graven,
of drummen in een band.
Ritmes losjes gevonden,
dans je figuren van plezier.
Je fiets heeft coole versnellingen,
met een knop vol superkracht.
Naar school gaat ie vrij.
Niemand is zo snel als jij.
Kontje omhoog,
gewicht op de pedalen.
Neusje in een overwinningskrul.
Versla je ze meteen.
Mijn Superheld weer blij.

Storm waait, struiken wuiven langs de weg.
Voel Storm gaan, het water golft en joelt.
Storm waait, samen met z’n hond.
Voel Storm gaan, hij is onoverwinnelijk.

Je houdt van dingen bouwen.
Zeilboten en hutten.
Een gevonden kromme spijker,
tover jij tot glimmend ijzer.
Planken langs de weg,
worden vleugels van een super raket.
Met plakband een cabine.
Alles volgens plan.

Storm waait, struiken wuiven langs de weg.
Voel Storm gaan, het water golft en joelt.
Storm waait, samen met z’n hond.
Voel Storm gaan, hij is onoverwinnelijk.

Op school is het lekker rennen.
Je vrienden sla je in elkaar.
In het zwembad voor een super duik,
wat je vader zegt is gewoon niet waar.
Je hond kent alle trucs.
De helper bij je super daden.
Mijn bink lijmt breuken en scherven,
smikkelt frikadel met een klodder mayonaise.

Storm waait, struiken wuiven langs de weg .
Voel Storm gaan, het water golft en joelt.
Storm waait, samen met z’n hond.
Voel Storm gaan, hij is onoverwinnelijk.

Edwin de Herder
dec 2010

vrijdag 16 december 2011

Gesponnen suiker.




Gesponnen suiker.



In de late wintermiddag zie ik een glinsterend  spoor van vochtig grijs zilver als van een slak, getekend op de oude straat tegels.
De huizen zijn stil. De straat is stil. De wind geeft geen zucht.
En ook ik verplaats me onbedoeld in stilte... want vreemd... mijn voetstappen maken geen geluid.
Ik stamp op de tegels, wrijf met mijn zolen maar hoor helemaal niets. 
Ik ga op mijn knieën zitten en bevoel met mijn handen de stenen.
Ze voelen koud, glad gesleten en ruw aan de randen. De stenen zijn in een visgraat motief gelegd. De weg loopt in een trage schuinte omlaag. Het regen water kan zo eenvoudig de goot in stromen. Als kleine riviertjes, richting de put, het riool in, om daar te vervloeien met al het andere.
Ik heb geen idee waar ik ben.
Geen idee van hoe en waarom of waar naartoe.
In mijn hoofd is het stil, als het licht van de maan.

De juf vertelt een verhaal en ik kijk naar het brandende kaarsje van mijn lantaarn
terwijl ik samen met mijn klasgenoten aan een kring van tafeltjes zit.
Wij zijn als de lichtjes van de kaarsen in onze lantaarns. Zo stil...zacht...en warm.

Ik kijk naar het spoor en zie draden als gesponnen suiker zo teer.
Met zorg en doordacht gevlochten ragfijn kristal lijkt het.
Ik raak het aan en er blijft iets achter op mijn vinger toppen. Het smaakt zoet.
En nu. Waar naar toe. Ik sta weer op mijn benen. De stilte is groots en maakt alles ruim en gewichtloos.
Ik voel het op mijn huid.
Ik zweef.

De filosoof zegt dat je op een zeker moment niet meer terug kunt in je herinnering. Terug naar de vroegste kennismakingen met alles. Heel het al van toen.
De schat der schatten vervaagd of raakt verloren en is niet meer van jou, zo lijkt het,  zegt de dichter.
Het verlangen naar de magie van het prilste begin maakt het zoet, bitter.  Dat zegt ie ook.

Los van de aarde word ik mee gevoerd naar het einde van de straat, de bocht om, en zie daar.
Ze zit naakt in het midden van haar stilte. Ze is van zo een gracieus getekende schoonheid.
Een Egyptische prinses uit een, zoals geschreven, lang vergeten sprookje. Haar mond, haar ogen en wenkbrauwen. Lang donker krullend haar tot aan haar borsten.
Ze spint.
Haar handen bewegen met geroutineerde aandacht het zoet naar, en van het spinnen wiel af, om daarna te worden verzameld op een klos.
Ze is omgeven met afbeeldingen, stoffen, tafels stoelen, potten, schalen, en versieringen voor aan de wand.
Dit alles van het zuiverste en schoonste gesponnen suiker, door haar handen zo verfijnd gemaakt, dat het lijkt alsof het bij de minste of geringste atmosferische onrust zal breken totdat er alleen nog maar poeder over blijft.

Je hebt me gevonden zegt een stem.
Ik kijk naar haar gezicht en voel de herinnering aan alles.


Edwin de Herder,

dec 2011